ontsluimeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontsluimer | ontsluimerde | ben ontsluimerd |
jij, je, u | ontsluimert | ontsluimerde | bent ontsluimerd |
hij, zij, het | ontsluimert | ontsluimerde | is ontsluimerd |
wij | ontsluimeren | ontsluimerden | zijn ontsluimerd |
jullie | ontsluimeren | ontsluimerden | zijn ontsluimerd |
zij, ze | ontsluimeren | ontsluimerden | zijn ontsluimerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontsluimeren with some of the pronouns.
- Ik ontsluimer elke ochtend met een kopje koffie.
- Jij ontsluimert je creativiteit door te schilderen.
- Hij/zij/het ontsluimert langzaam uit zijn/haar winterslaap.
- Wij ontsluimeren de oude tradities tijdens het feest.
- Jullie ontsluimeren de passie voor muziek door samen te spelen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontsluimeren with some of the pronouns.
- Toen ik wakker werd, ontsluimerde de zon achter de wolken.
- Als kind ontsluimerde mijn nieuwsgierigheid naar de wereld om me heen.
- Hij/zij/het ontsluimerde langzaam en begon te glimlachen.
- Elke lente ontsluimerden de bloemen in volle pracht.
- Tijdens de vakantie ontsluimerde de liefde tussen hen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontsluimeren with some of the pronouns.
- Ik ben ontluimerd na een inspirerende reis.
- Jij hebt je potentieel ontsluimerd door hard te werken.
- Hij/zij/het is eindelijk ontluimerd na jaren van zelfreflectie.
- Wij hebben de verborgen schatten van de stad ontsluimerd.
- Jullie hebben de magie van het theater ontsluimerd.