ontwoekeren

Conjugations List of Ontwoekeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontwoekerontwoekerdeheb ontwoekerd
jij, je, uontwoekertontwoekerdehebt ontwoekerd
hij, zij, hetontwoekertontwoekerdeheeft ontwoekerd
wijontwoekerenontwoekerdenhebben ontwoekerd
jullieontwoekerenontwoekerdenhebben ontwoekerd
zij, zeontwoekerenontwoekerdenhebben ontwoekerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontwoekeren with some of the pronouns.

  • De plant ontwoekert snel in de zon.
  • Ik ontwoeker mijn tuin regelmatig.
  • Jij ontwoekert het onkruid in de voortuin.
  • Hij ontwoekert de wildernis om een pad te maken.
  • Wij ontwoekeren de overwoekerde struiken in het park.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontwoekeren with some of the pronouns.

  • Vroeger ontwoekerde de plant langzaam in de schaduw.
  • Ik ontwoekerde mijn tuin vorig jaar regelmatig.
  • Jij ontwoekerde het onkruid in de voortuin elke week.
  • Hij ontwoekerde de wildernis om een pad te kunnen maken.
  • Wij ontwoekerden de overwoekerde struiken in het park vorige maand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontwoekeren with some of the pronouns.

  • De plant is snel ontwoekerd in de zon.
  • Ik heb mijn tuin regelmatig ontwoekerd.
  • Jij hebt het onkruid in de voortuin ontwoekerd.
  • Hij heeft de wildernis ontwoekerd om een pad te maken.
  • Wij hebben de overwoekerde struiken in het park ontwoekerd.