opnemen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | neem op | nam op | heb opgenomen |
jij, je, u | neemt op | nam op | hebt opgenomen |
hij, zij, het | neemt op | nam op | heeft opgenomen |
wij | nemen op | namen op | hebben opgenomen |
jullie | nemen op | namen op | hebben opgenomen |
zij, ze | nemen op | namen op | hebben opgenomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Opnemen with some of the pronouns.
- Ik neem de telefoon op.
- Hij neemt altijd zijn gitaar op tijdens optredens.
- Wij nemen de verantwoordelijkheid op ons.
- Jullie nemen regelmatig belangrijke beslissingen op het werk.
- De kinderen nemen de leiding op zich in het spel.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Opnemen with some of the pronouns.
- Vroeger nam ik altijd de voicemail op.
- Hij nam de rol van de slechterik op zich in het toneelstuk.
- Wij namen deel aan een interview dat werd opgenomen voor televisie.
- Jullie namen de fouten in het script op en gaven feedback.
- De zangeres nam haar eerste single op toen ze nog maar 16 jaar oud was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Opnemen with some of the pronouns.
- Ik heb de boodschap opgenomen.
- Hij heeft een nummer opgenomen in de studio.
- Wij hebben de vergadering opgenomen om later terug te kijken.
- Jullie hebben de stemmen van de acteurs opgenomen in de film.
- De band heeft hun nieuwe album opgenomen in een professionele studio.