inloggen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | log in | logde in | heb ingelogd |
jij, je, u | logt in | logde in | hebt ingelogd |
hij, zij, het | logt in | logde in | heeft ingelogd |
wij | loggen in | logden in | hebben ingelogd |
jullie | loggen in | logden in | hebben ingelogd |
zij, ze | loggen in | logden in | hebben ingelogd |
PresensBeta
Example presens sentences for Inloggen with some of the pronouns.
- Ik log in op mijn account.
- Jij logt in met je gebruikersnaam en wachtwoord.
- Hij/zij/het logt altijd in op dezelfde tijd.
- Wij loggen regelmatig in om onze e-mails te controleren.
- Zij loggen in op verschillende apparaten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inloggen with some of the pronouns.
- Ik logde in op mijn account.
- Jij logde in met je gebruikersnaam en wachtwoord.
- Hij/zij/het logde altijd in op dezelfde tijd.
- Wij logden regelmatig in om onze e-mails te controleren.
- Zij logden in op verschillende apparaten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inloggen with some of the pronouns.
- Ik heb ingelogd op mijn account.
- Jij bent ingelogd met je gebruikersnaam en wachtwoord.
- Hij/zij/het is altijd ingelogd op dezelfde tijd.
- Wij hebben regelmatig ingelogd om onze e-mails te controleren.
- Zij hebben ingelogd op verschillende apparaten.