bedijken

Conjugations List of Bedijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbedijkbedijkteheb bedijkt
jij, je, ubedijktbedijktehebt bedijkt
hij, zij, hetbedijktbedijkteheeft bedijkt
wijbedijkenbedijktenhebben bedijkt
julliebedijkenbedijktenhebben bedijkt
zij, zebedijkenbedijktenhebben bedijkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Bedijken with some of the pronouns.

  • Ik bedijk de dijk om overstromingen te voorkomen.
  • Jij bedijkt de polder met zorg en precisie.
  • Hij bedijkt het gebied al jarenlang met succes.
  • Wij bedijken de kustlijn om erosie tegen te gaan.
  • Zij bedijken de rivier om het waterpeil te reguleren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bedijken with some of the pronouns.

  • Ik bedijkte de dijk om overstromingen te voorkomen.
  • Jij bedijkte de polder met zorg en precisie.
  • Hij bedijkte het gebied al jarenlang met succes.
  • Wij bedijkten de kustlijn om erosie tegen te gaan.
  • Zij bedijkten de rivier om het waterpeil te reguleren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bedijken with some of the pronouns.

  • Ik heb de dijk bedijkt om overstromingen te voorkomen.
  • Jij hebt de polder met zorg en precisie bedijkt.
  • Hij heeft het gebied al jarenlang met succes bedijkt.
  • Wij hebben de kustlijn bedijkt om erosie tegen te gaan.
  • Zij hebben de rivier bedijkt om het waterpeil te reguleren.