opkomen

Conjugations List of Opkomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkom opkwam opben opgekomen
jij, je, ukomt opkwam opbent opgekomen
hij, zij, hetkomt opkwam opis opgekomen
wijkomen opkwamen opzijn opgekomen
julliekomen opkwamen opzijn opgekomen
zij, zekomen opkwamen opzijn opgekomen

Presens

Example presens sentences for Opkomen with some of the pronouns.

  • De zon komt op in het oosten.
  • Ik kom altijd op tijd voor afspraken.
  • De gedachte komt bij me op om een nieuw boek te schrijven.
  • Ze komen allemaal op voor hun rechten.
  • De bloemen komen op in de lente.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Opkomen with some of the pronouns.

  • De zon kwam op in het oosten.
  • Vroeger kwam ik altijd op tijd op voor afspraken.
  • Het idee kwam bij me op om een nieuw boek te schrijven.
  • Ze kwamen allemaal op voor hun rechten.
  • De bloemen kwamen op in de lente.

Perfectum

Example perfectum sentences for Opkomen with some of the pronouns.

  • De zon is opgekomen in het oosten.
  • Ik ben altijd op tijd opgekomen voor afspraken.
  • Het idee is bij me opgekomen om een nieuw boek te schrijven.
  • Ze zijn allemaal opgekomen voor hun rechten.
  • De bloemen zijn opgekomen in de lente.