registreren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | registreer | registreerde | heb geregistreerd |
jij, je, u | registreert | registreerde | hebt geregistreerd |
hij, zij, het | registreert | registreerde | heeft geregistreerd |
wij | registreren | registreerden | hebben geregistreerd |
jullie | registreren | registreerden | hebben geregistreerd |
zij, ze | registreren | registreerden | hebben geregistreerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Registreren with some of the pronouns.
- Ik registreer de gegevens van de klanten.
- Jij registreert je aanwezigheid op het evenement.
- Hij/zij/het registreert de temperaturen elke dag.
- Wij registreren de verkoopcijfers van de afgelopen maand.
- Jullie registreren je voor de conferentie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Registreren with some of the pronouns.
- Ik registreerde de gegevens van de klanten.
- Jij registreerde je aanwezigheid op het evenement.
- Hij/zij/het registreerde de temperaturen elke dag.
- Wij registreerden de verkoopcijfers van de afgelopen maand.
- Jullie registreerden je voor de conferentie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Registreren with some of the pronouns.
- Ik heb de gegevens van de klanten geregistreerd.
- Jij hebt je aanwezigheid op het evenement geregistreerd.
- Hij/zij/het heeft de temperaturen elke dag geregistreerd.
- Wij hebben de verkoopcijfers van de afgelopen maand geregistreerd.
- Jullie hebben je voor de conferentie geregistreerd.