meebeslissen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | beslis mee | besliste mee | heb meebeslist |
jij, je, u | beslist mee | besliste mee | hebt meebeslist |
hij, zij, het | beslist mee | besliste mee | heeft meebeslist |
wij | beslissen mee | beslisten mee | hebben meebeslist |
jullie | beslissen mee | beslisten mee | hebben meebeslist |
zij, ze | beslissen mee | beslisten mee | hebben meebeslist |
Presens
Example presens sentences for Meebeslissen with some of the pronouns.
- Ik beslis mee over het nieuwe project.
- Jij beslist mee welke film we gaan kijken.
- Hij beslist mee over de verdeling van het budget.
- Zij beslist mee welke kleur we de muur gaan verven.
- Wij beslissen mee over de inhoud van het rapport.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Meebeslissen with some of the pronouns.
- Vroeger besliste ik altijd mee, maar nu niet meer.
- Toen ik nog lid was van de commissie, besliste ik altijd mee.
- In het verleden beslisten we gezamenlijk mee over dit soort zaken.
- Tijdens mijn vorige functie binnen het team, besliste ik regelmatig mee.
- Vroeger beslisten zij ook altijd mee, maar nu hebben ze een andere rol.
Perfectum
Example perfectum sentences for Meebeslissen with some of the pronouns.
- Ik heb meebeslist in de vorige vergadering.
- Jij hebt meebeslist over de aankoop van de nieuwe apparatuur.
- Hij heeft meebeslist bij het opstellen van het beleidsplan.
- Zij heeft meebeslist over de reorganisatie van het bedrijf.
- Wij hebben meebeslist tijdens de onderhandelingen.