voeren

Conjugations List of Voeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvoervoerdeheb gevoerd
jij, je, uvoertvoerdehebt gevoerd
hij, zij, hetvoertvoerdeheeft gevoerd
wijvoerenvoerdenhebben gevoerd
jullievoerenvoerdenhebben gevoerd
zij, zevoerenvoerdenhebben gevoerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Voeren with some of the pronouns.

  • Ik voer de hond uit.
  • Hij voert een gesprek met zijn collega.
  • Wij voeren regelmatig controles uit.
  • Jullie voeren een project uit voor school.
  • De politicus voert campagne voor de verkiezingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voeren with some of the pronouns.

  • Ik voerde de hond uit.
  • Hij voerde een gesprek met zijn collega.
  • Wij voerden regelmatig controles uit.
  • Jullie voerden een project uit voor school.
  • De politicus voerde campagne voor de verkiezingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de hond uitgevoerd.
  • Hij heeft een gesprek gevoerd met zijn collega.
  • Wij hebben regelmatig controles uitgevoerd.
  • Jullie hebben een project uitgevoerd voor school.
  • De politicus heeft campagne gevoerd voor de verkiezingen.