overlezen

Conjugations List of Overlezen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklees overlas overheb overgelezen
jij, je, uleest overlas overhebt overgelezen
hij, zij, hetleest overlas overheeft overgelezen
wijlezen overlazen overhebben overgelezen
jullielezen overlazen overhebben overgelezen
zij, zelezen overlazen overhebben overgelezen

Presens
Beta

Example presens sentences for Overlezen with some of the pronouns.

  • Ik lees de tekst over.
  • Jij leest de tekst over.
  • Hij/Zij leest de tekst over.
  • Wij lezen de tekst over.
  • Zij lezen de tekst over.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overlezen with some of the pronouns.

  • Ik las de tekst over.
  • Jij las de tekst over.
  • Hij/Zij las de tekst over.
  • Wij lazen de tekst over.
  • Zij lazen de tekst over.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overlezen with some of the pronouns.

  • Ik heb de tekst overgelezen.
  • Jij hebt de tekst overgelezen.
  • Hij/Zij heeft de tekst overgelezen.
  • Wij hebben de tekst overgelezen.
  • Zij hebben de tekst overgelezen.