promoveren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | promoveer | promoveerde | heb gepromoveerd |
jij, je, u | promoveert | promoveerde | hebt gepromoveerd |
hij, zij, het | promoveert | promoveerde | heeft gepromoveerd |
wij | promoveren | promoveerden | hebben gepromoveerd |
jullie | promoveren | promoveerden | hebben gepromoveerd |
zij, ze | promoveren | promoveerden | hebben gepromoveerd |
Presens
Example presens sentences for Promoveren with some of the pronouns.
- Ik promoveer volgende maand op mijn proefschrift.
- Hij promoveert in de natuurkunde aan de universiteit.
- Wij promoveren samen op het gebied van geneeskunde.
- Jullie promoveren met goede cijfers op jullie scripties.
- De onderzoeker promoveert op een baanbrekend onderwerp.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Promoveren with some of the pronouns.
- Vroeger promoveerde men voornamelijk op papieren publicaties.
- Als student droomde ik ervan om ooit te promoveren.
- Tijdens mijn onderzoek promoveerde ik op verschillende conferenties.
- Toen ik hem tegenkwam, was hij bezig met zijn promotieonderzoek.
- In die periode promoveerde zij op het gebied van kunstgeschiedenis.
Perfectum
Example perfectum sentences for Promoveren with some of the pronouns.
- Ik ben vorige week gepromoveerd op mijn onderzoek.
- Hij heeft zijn doctorstitel behaald na jarenlang hard werken.
- Wij zijn trots dat we succesvol zijn gepromoveerd.
- Jullie hebben je promotie met glans voltooid.
- De wetenschapper heeft veel erkenning gekregen na zijn promotie.