openzetten

Conjugations List of Openzetten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzet openzette openheb opengezet
jij, je, uzet openzette openhebt opengezet
hij, zij, hetzet openzette openheeft opengezet
wijzetten openzetten openhebben opengezet
julliezetten openzetten openhebben opengezet
zij, zezetten openzetten openhebben opengezet

Presens
Beta

Example presens sentences for Openzetten with some of the pronouns.

  • Ik zet de deur open.
  • Jij zet het raam open.
  • Hij zet de laptop open.
  • Zij zetten de poort open.
  • We zetten de koffers open.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Openzetten with some of the pronouns.

  • Ik zette de deur open.
  • Jij zette het raam open.
  • Hij zette de laptop open.
  • Zij zetten de poort open.
  • We zetten de koffers open.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Openzetten with some of the pronouns.

  • Ik heb de deur opengezet.
  • Jij hebt het raam opengezet.
  • Hij heeft de laptop opengezet.
  • Zij hebben de poort opengezet.
  • We hebben de koffers opengezet.