schermen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | scherm | schermde | heb geschermd |
jij, je, u | schermt | schermde | hebt geschermd |
hij, zij, het | schermt | schermde | heeft geschermd |
wij | schermen | schermden | hebben geschermd |
jullie | schermen | schermden | hebben geschermd |
zij, ze | schermen | schermden | hebben geschermd |
PresensBeta
Example presens sentences for Schermen with some of the pronouns.
- Ik scherm elke week met mijn vrienden.
- Jij schermt graag in je vrije tijd.
- Hij schermt al jarenlang op hoog niveau.
- Wij schermen regelmatig op de sportschool.
- Zij schermen fanatiek tijdens wedstrijden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Schermen with some of the pronouns.
- Vroeger schermde ik vaak met mijn broer in de achtertuin.
- Toen ik jong was, schermde ik bij een lokale schermvereniging.
- Hij schermde altijd met passie en overgave.
- Wij schermden vroeger op nationaal niveau.
- Zij schermden elke zomer op het strand van Scheveningen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Schermen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren geschermd met mijn buurman.
- Jij bent al naar verschillende schermwedstrijden geweest.
- Hij heeft al meerdere medailles gewonnen in het schermen.
- Wij hebben vorig jaar samen geschermd in Parijs.
- Zij zijn pas begonnen met schermen, maar hebben al veel geleerd.