problematiseren

Conjugations List of Problematiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikproblematiseerproblematiseerdeheb geproblematiseerd
jij, je, uproblematiseertproblematiseerdehebt geproblematiseerd
hij, zij, hetproblematiseertproblematiseerdeheeft geproblematiseerd
wijproblematiserenproblematiseerdenhebben geproblematiseerd
jullieproblematiserenproblematiseerdenhebben geproblematiseerd
zij, zeproblematiserenproblematiseerdenhebben geproblematiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Problematiseren with some of the pronouns.

  • Ik problematiseer de situatie.
  • Jij problematiseert het probleem.
  • Hij/Zij problematiseert de kwestie.
  • Wij problematiseren de beslissing.
  • Zij problematiseren de ontwikkeling.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Problematiseren with some of the pronouns.

  • Ik problematiseerde de situatie.
  • Jij problematiseerde het probleem.
  • Hij/Zij problematiseerde de kwestie.
  • Wij problematiseerden de beslissing.
  • Zij problematiseerden de ontwikkeling.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Problematiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de situatie geproblematiseerd.
  • Jij hebt het probleem geproblematiseerd.
  • Hij/Zij heeft de kwestie geproblematiseerd.
  • Wij hebben de beslissing geproblematiseerd.
  • Zij hebben de ontwikkeling geproblematiseerd.