bombarderen

Conjugations List of Bombarderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbombardeerbombardeerdeheb gebombardeerd
jij, je, ubombardeertbombardeerdehebt gebombardeerd
hij, zij, hetbombardeertbombardeerdeheeft gebombardeerd
wijbombarderenbombardeerdenhebben gebombardeerd
julliebombarderenbombardeerdenhebben gebombardeerd
zij, zebombarderenbombardeerdenhebben gebombardeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Bombarderen with some of the pronouns.

  • De piloot bombardeert de vijandelijke basis.
  • Het leger bombardeert strategische doelen.
  • De vliegtuigen bombarderen de stad.
  • De artillerie bombardeert de vijandelijke linies.
  • De oorlogsschepen bombarderen de kustplaatsen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bombarderen with some of the pronouns.

  • De piloot bombardeerde de vijandelijke basis.
  • Het leger bombardeerde strategische doelen.
  • De vliegtuigen bombardeerden de stad.
  • De artillerie bombardeerde de vijandelijke linies.
  • De oorlogsschepen bombardeerden de kustplaatsen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bombarderen with some of the pronouns.

  • De piloot heeft de vijandelijke basis gebombardeerd.
  • Het leger heeft strategische doelen gebombardeerd.
  • De vliegtuigen hebben de stad gebombardeerd.
  • De artillerie heeft de vijandelijke linies gebombardeerd.
  • De oorlogsschepen hebben de kustplaatsen gebombardeerd.