betogen

Conjugations List of Betogen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbetoogbetoogdeheb betoogd
jij, je, ubetoogtbetoogdehebt betoogd
hij, zij, hetbetoogtbetoogdeheeft betoogd
wijbetogenbetoogdenhebben betoogd
julliebetogenbetoogdenhebben betoogd
zij, zebetogenbetoogdenhebben betoogd

Presens
Beta

Example presens sentences for Betogen with some of the pronouns.

  • Ik betoog tegen de nieuwe wet.
  • Jij betoogt voor meer vrijheid.
  • Hij betoogt dat het klimaat verandert.
  • Wij betogen op straat voor gelijke rechten.
  • Zij betogen regelmatig over economische ongelijkheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Betogen with some of the pronouns.

  • Ik betoogde tegen de nieuwe wet.
  • Jij betoogde voor meer vrijheid.
  • Hij betoogde dat het klimaat veranderde.
  • Wij betoogden op straat voor gelijke rechten.
  • Zij betoogden regelmatig over economische ongelijkheid.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Betogen with some of the pronouns.

  • Ik heb betoogd tegen de nieuwe wet.
  • Jij hebt voor meer vrijheid betoogd.
  • Hij heeft betoogd dat het klimaat verandert.
  • Wij hebben op straat voor gelijke rechten betoogd.
  • Zij hebben regelmatig over economische ongelijkheid betoogd.