slechten

Conjugations List of Slechten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikslechtslechtteheb geslecht
jij, je, uslechtslechttehebt geslecht
hij, zij, hetslechtslechtteheeft geslecht
wijslechtenslechttenhebben geslecht
jullieslechtenslechttenhebben geslecht
zij, zeslechtenslechttenhebben geslecht

Presens
Beta

Example presens sentences for Slechten with some of the pronouns.

  • Ik slecht de muur met een hamer.
  • Jij slecht de situatie door eerlijk te zijn.
  • Hij/zij/het slecht de prestaties van het team.
  • Wij slechten obstakels om onze doelen te bereiken.
  • Jullie slechten jullie meningsverschillen door te praten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Slechten with some of the pronouns.

  • Ik slechtte de muur met een hamer.
  • Jij slechtte de situatie door eerlijk te zijn.
  • Hij/zij/het slechtte de prestaties van het team.
  • Wij slechtten obstakels om onze doelen te bereiken.
  • Jullie slechtten jullie meningsverschillen door te praten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Slechten with some of the pronouns.

  • Ik heb de muur geslecht met een hamer.
  • Jij hebt de situatie geslecht door eerlijk te zijn.
  • Hij/zij/het heeft de prestaties van het team geslecht.
  • Wij hebben obstakels geslecht om onze doelen te bereiken.
  • Jullie hebben jullie meningsverschillen geslecht door te praten.