voortkomen

Conjugations List of Voortkomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkom voortkwam voortben voortgekomen
jij, je, ukomt voortkwam voortbent voortgekomen
hij, zij, hetkomt voortkwam voortis voortgekomen
wijkomen voortkwamen voortzijn voortgekomen
julliekomen voortkwamen voortzijn voortgekomen
zij, zekomen voortkwamen voortzijn voortgekomen

Presens
Beta

Example presens sentences for Voortkomen with some of the pronouns.

  • Ik kom voort uit een gezin van musici.
  • Jij komt voort uit een rijke familie.
  • Hij/zij komt voort uit een klein dorpje.
  • Wij komen voort uit verschillende culturen.
  • Zij komen voort uit dezelfde school.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voortkomen with some of the pronouns.

  • Vroeger kwam ik voort uit een klein dorpje.
  • Toen ik jong was, kwam jij voort uit een bescheiden achtergrond.
  • Hij/zij kwam voort uit een tijdperk van grote veranderingen.
  • In die tijd kwamen wij voort uit een hechte gemeenschap.
  • Zij kwamen voort uit een generatie van revolutionaire denkers.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voortkomen with some of the pronouns.

  • Ik ben voortgekomen uit een arme buurt.
  • Jij bent voortgekomen uit een lange traditie.
  • Hij/zij is voortgekomen uit een succesvolle carrière.
  • Wij zijn voortgekomen uit een fusie tussen twee bedrijven.
  • Zij zijn voortgekomen uit een moeilijke periode in hun leven.