applaudisseren

Conjugations List of Applaudisseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikapplaudisseerapplaudisseerdeheb geapplaudisseerd
jij, je, uapplaudisseertapplaudisseerdehebt geapplaudisseerd
hij, zij, hetapplaudisseertapplaudisseerdeheeft geapplaudisseerd
wijapplaudisserenapplaudisseerdenhebben geapplaudisseerd
jullieapplaudisserenapplaudisseerdenhebben geapplaudisseerd
zij, zeapplaudisserenapplaudisseerdenhebben geapplaudisseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Applaudisseren with some of the pronouns.

  • Ik applaudisseer voor de fantastische prestaties van de sporters.
  • Jij applaudisseert luidkeels tijdens het concert.
  • Hij applaudisseert enthousiast na elke scène van het toneelstuk.
  • Wij applaudisseren vaak voor de sprekers op conferenties.
  • Zij applaudisseren uitbundig voor de winnaar van de wedstrijd.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Applaudisseren with some of the pronouns.

  • Ik applaudisseerde zachtjes toen de spreker begon.
  • Jij applaudisseerde hartelijk na het grappige moment.
  • Hij applaudisseerde regelmatig tijdens de voorstelling.
  • Wij applaudisseerden langdurig aan het einde van het concert.
  • Zij applaudisseerden enthousiast na de voorstelling.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Applaudisseren with some of the pronouns.

  • Ik heb geapplaudisseerd voor de briljante pianist.
  • Jij hebt luidkeels geapplaudisseerd na afloop van het optreden.
  • Hij heeft enthousiast geapplaudisseerd bij elke act van de goochelaar.
  • Wij hebben vaak geapplaudisseerd voor de artiesten in het theater.
  • Zij hebben uitbundig geapplaudisseerd voor de toespraak van de politicus.