schrafferen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schraffeer | schraffeerde | heb geschraffeerd |
jij, je, u | schraffeert | schraffeerde | hebt geschraffeerd |
hij, zij, het | schraffeert | schraffeerde | heeft geschraffeerd |
wij | schrafferen | schraffeerden | hebben geschraffeerd |
jullie | schrafferen | schraffeerden | hebben geschraffeerd |
zij, ze | schrafferen | schraffeerden | hebben geschraffeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Schrafferen with some of the pronouns.
- Ik schrafferen de tekst om de belangrijke woorden te markeren.
- Jij schraffert de tekening met korte, snelle bewegingen.
- Hij/Zij/Het schraffert het papier met een potlood.
- Wij schrafferen de kaart om de grenzen aan te geven.
- Jullie schrafferen de afbeelding om de details te benadrukken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Schrafferen with some of the pronouns.
- Ik schrafferde vroeger altijd mijn schetsen.
- Jij schrafferde de tekening gisteren in de les.
- Hij/Zij/Het schrafferde regelmatig de achtergrond van zijn schilderijen.
- Wij schrafferden de kaarten tijdens de aardrijkskundeles.
- Jullie schrafferden de afbeelding elke dag om te oefenen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Schrafferen with some of the pronouns.
- Ik heb geschrafferd om de nadruk te leggen.
- Jij hebt de lijnen geschraffert voor extra diepte.
- Hij/Zij/Het heeft het oppervlak geschraffert met zorgvuldige strepen.
- Wij hebben de tekst geschraffert om de kernpunten te illustreren.
- Jullie hebben de schaduwen geschraffert voor een realistisch effect.