veranderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verander | veranderde | heb veranderd |
jij, je, u | verandert | veranderde | hebt veranderd |
hij, zij, het | verandert | veranderde | heeft veranderd |
wij | veranderen | veranderden | hebben veranderd |
jullie | veranderen | veranderden | hebben veranderd |
zij, ze | veranderen | veranderden | hebben veranderd |
PresensBeta
Example presens sentences for Veranderen with some of the pronouns.
- Ik verander mijn kledingstijl regelmatig.
- Hij verandert zijn baan om de paar jaar.
- Wij veranderen het interieur van ons huis.
- Jullie veranderen de plannen op het laatste moment.
- Zij veranderen hun eetgewoonten voor een gezondere levensstijl.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Veranderen with some of the pronouns.
- Vroeger veranderde ik vaak van gedachten.
- Hij veranderde regelmatig van woning.
- Wij veranderden de strategie na het slechte resultaat.
- Jullie veranderden de tekst van het rapport.
- Zij veranderden het ontwerp van de website.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Veranderen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn haarkleur veranderd.
- Hij heeft zijn telefoonnummer veranderd.
- Wij hebben de naam van het bedrijf veranderd.
- Jullie hebben de afspraak gewijzigd.
- Zij hebben hun reisplannen aangepast.