onderschatten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | onderschat | onderschatte | heb onderschat |
jij, je, u | onderschat | onderschatte | hebt onderschat |
hij, zij, het | onderschat | onderschatte | heeft onderschat |
wij | onderschatten | onderschatten | hebben onderschat |
jullie | onderschatten | onderschatten | hebben onderschat |
zij, ze | onderschatten | onderschatten | hebben onderschat |
Presens
Example presens sentences for Onderschatten with some of the pronouns.
- Ik onderschat de moeilijkheid van deze opdracht.
- Jij onderschat zijn talenten.
- Hij onderschat het belang van een goede nachtrust.
- Wij onderschatten de invloed van sociale media.
- Zij onderschatten de impact van klimaatverandering.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Onderschatten with some of the pronouns.
- Ik onderschatte de moeilijkheid van deze opdracht.
- Jij onderschatte zijn talenten.
- Hij onderschatte het belang van een goede nachtrust.
- Wij onderschatten de invloed van sociale media.
- Zij onderschatten de impact van klimaatverandering.
Perfectum
Example perfectum sentences for Onderschatten with some of the pronouns.
- Ik heb de moeilijkheid van deze opdracht onderschat.
- Jij hebt zijn talenten onderschat.
- Hij heeft het belang van een goede nachtrust onderschat.
- Wij hebben de invloed van sociale media onderschat.
- Zij hebben de impact van klimaatverandering onderschat.