leegeten

Conjugations List of Leegeten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikeet leegat leegheb leeggegeten
jij, je, ueet leegat leeghebt leeggegeten
hij, zij, heteet leegat leegheeft leeggegeten
wijeten leegaten leeghebben leeggegeten
jullieeten leegaten leeghebben leeggegeten
zij, zeeten leegaten leeghebben leeggegeten

Presens
Beta

Example presens sentences for Leegeten with some of the pronouns.

  • Ik eet mijn bord leeg.
  • Jij eet je broodtrommel leeg.
  • Hij eet zijn groenten niet leeg.
  • Wij eten de hele taart leeg.
  • Zij eten alle koekjes leeg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Leegeten with some of the pronouns.

  • Ik at mijn bord leeg.
  • Jij at je broodtrommel leeg.
  • Hij at zijn groenten niet leeg.
  • Wij aten de hele taart leeg.
  • Zij aten alle koekjes leeg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Leegeten with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn bord leeggegeten.
  • Jij hebt je broodtrommel leeggegeten.
  • Hij heeft zijn groenten niet leeggegeten.
  • Wij hebben de hele taart leeggegeten.
  • Zij hebben alle koekjes leeggegeten.