beroeren

Conjugations List of Beroeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikberoerberoerdeheb beroerd
jij, je, uberoertberoerdehebt beroerd
hij, zij, hetberoertberoerdeheeft beroerd
wijberoerenberoerdenhebben beroerd
jullieberoerenberoerdenhebben beroerd
zij, zeberoerenberoerdenhebben beroerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Beroeren with some of the pronouns.

  • Ik beroer de gevoelens van mijn leerlingen met mijn woorden.
  • Jij beroert de snaren van mijn hart wanneer je zingt.
  • Hij/zij/ze beroert het publiek met zijn/haar emotionele toespraak.
  • Wij beroeren de verbeelding van de kinderen met onze creatieve verhalen.
  • Jullie beroeren de ziel van de mensen met jullie muziekoptredens.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beroeren with some of the pronouns.

  • Vroeger beroerde ik de piano als een ware virtuoos.
  • Toen ik jong was, beroerde jij mijn ziel met jouw liefdesbrieven.
  • Hij/zij/ze beroerde mijn hart telkens als ik hem/haar zag.
  • Wij beroerden de gedachten van de mensen met onze revolutionaire ideeën.
  • Jullie beroerden de gemoederen van het volk met jullie politieke speeches.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beroeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de harten van velen beroerd met mijn lezing.
  • Jij hebt mij diep geraakt met jouw vriendelijke gebaar.
  • Hij/zij/ze heeft de wereld met zijn/haar kunstwerken beroerd.
  • Wij hebben de emoties van het publiek intens beroerd met ons toneelstuk.
  • Jullie hebben de maatschappij positief beïnvloed door anderen te inspireren.