ervaren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ervaar | ervoer | heb ervaren |
jij, je, u | ervaart | ervoer | hebt ervaren |
hij, zij, het | ervaart | ervoer | heeft ervaren |
wij | ervaren | ervoeren | hebben ervaren |
jullie | ervaren | ervoeren | hebben ervaren |
zij, ze | ervaren | ervoeren | hebben ervaren |
Presens
Example presens sentences for Ervaren with some of the pronouns.
- Ik ervaar veel vreugde tijdens het lezen van een goed boek.
- Mijn zus ervaart angst tijdens het spreken voor een groot publiek.
- Wij ervaren dankbaarheid wanneer we tijd doorbrengen met onze dierbaren.
- Jullie ervaren vermoeidheid na een lange dag werken.
- De studenten ervaren enthousiasme bij het leren van nieuwe onderwerpen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Ervaren with some of the pronouns.
- Vroeger ervoer ik vaak stress op mijn vorige werkplek.
- Toen ik jong was, ervoer ik een gevoel van avontuur tijdens mijn reizen.
- Hij ervoer een diepe droefheid na het verlies van zijn huisdier.
- We ervoeren verwarring toen we de route kwijtraakten.
- Jullie ervoeren grote teleurstelling na de nederlaag van jullie favoriete team.
Perfectum
Example perfectum sentences for Ervaren with some of the pronouns.
- Ik heb een geweldige vakantie ervaren in Frankrijk.
- Hij heeft veel succeservaringen gehad in zijn carrière.
- Zij heeft nooit eerder zo'n pijnlijke situatie ervaren.
- We hebben de schoonheid van de natuur ervaren tijdens onze wandeling.
- Jullie hebben veel plezier ervaren tijdens het concert.