scheuren

Conjugations List of Scheuren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikscheurscheurdeheb gescheurd
jij, je, uscheurtscheurdehebt gescheurd
hij, zij, hetscheurtscheurdeheeft gescheurd
wijscheurenscheurdenhebben gescheurd
julliescheurenscheurdenhebben gescheurd
zij, zescheurenscheurdenhebben gescheurd

Presens
Beta

Example presens sentences for Scheuren with some of the pronouns.

  • Ik scheur de papieren in kleine stukjes.
  • Jij scheurt met hoge snelheid over de weg.
  • Hij scheurt zijn broek tijdens het spelen.
  • Wij scheuren de oude posters van de muur.
  • Zij scheuren door de bocht op hun fietsen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Scheuren with some of the pronouns.

  • Ik scheurde de papieren in kleine stukjes.
  • Jij scheurde met hoge snelheid over de weg.
  • Hij scheurde zijn broek tijdens het spelen.
  • Wij scheurden de oude posters van de muur.
  • Zij scheurden door de bocht op hun fietsen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Scheuren with some of the pronouns.

  • Ik heb de papieren gescheurd in kleine stukjes.
  • Jij bent met hoge snelheid over de weg gescheurd.
  • Hij heeft zijn broek gescheurd tijdens het spelen.
  • Wij hebben de oude posters van de muur gescheurd.
  • Zij hebben door de bocht gescheurd op hun fietsen.