binnenwandelen

Conjugations List of Binnenwandelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwandel binnenwandelde binnenben binnengewandeld
jij, je, uwandelt binnenwandelde binnenbent binnengewandeld
hij, zij, hetwandelt binnenwandelde binnenis binnengewandeld
wijwandelen binnenwandelden binnenzijn binnengewandeld
julliewandelen binnenwandelden binnenzijn binnengewandeld
zij, zewandelen binnenwandelden binnenzijn binnengewandeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Binnenwandelen with some of the pronouns.

  • Ik loop de kamer binnen.
  • Hij wandelt het restaurant binnen.
  • Zij stapt de winkel binnen.
  • We lopen het park binnen.
  • Jullie wandelen de school binnen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Binnenwandelen with some of the pronouns.

  • Ik liep de kamer binnen.
  • Hij wandelde het restaurant binnen.
  • Zij stapte de winkel binnen.
  • We liepen het park binnen.
  • Jullie wandelden de school binnen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Binnenwandelen with some of the pronouns.

  • Ik ben de kamer binnengewandeld.
  • Hij is het restaurant binnengewandeld.
  • Zij is de winkel binnengestapt.
  • We zijn het park binnengelopen.
  • Jullie zijn de school binnengewandeld.