afleken

Conjugations List of Afleken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikleek afleekte afben afgeleekt
jij, je, uleekt afleekte afbent afgeleekt
hij, zij, hetleekt afleekte afis afgeleekt
wijleken afleekten afzijn afgeleekt
jullieleken afleekten afzijn afgeleekt
zij, zeleken afleekten afzijn afgeleekt

Presens
Beta

Example presens sentences for Afleken with some of the pronouns.

  • Ik leef af en toe een stukje af.
  • Jij leeft soms iets af.
  • Hij/Zij/Het leeft regelmatig iets af.
  • Wij leven vaak iets af.
  • Jullie leven af en toe iets af.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afleken with some of the pronouns.

  • Ik leefde vroeger veel dingen af.
  • Jij leefde altijd moeilijke situaties af.
  • Hij/Zij/Het leefde gisteren iets belangrijks af.
  • Wij leefden jarenlang van dag tot dag af.
  • Jullie leefden geregeld lastige momenten af.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afleken with some of the pronouns.

  • Ik heb iets afgeleefd.
  • Jij hebt al meerdere dingen afgelopen.
  • Hij/Zij/Het heeft het hele project afgelopen.
  • Wij hebben de opdracht succesvol afgeleefd.
  • Jullie hebben alles keurig afgelopen.