aankoeken

Conjugations List of Aankoeken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkoek aankoekte aanben aangekoekt
jij, je, ukoekt aankoekte aanbent aangekoekt
hij, zij, hetkoekt aankoekte aanis aangekoekt
wijkoeken aankoekten aanzijn aangekoekt
julliekoeken aankoekten aanzijn aangekoekt
zij, zekoeken aankoekten aanzijn aangekoekt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aankoeken with some of the pronouns.

  • Ik kijk aankoeken
  • Jij kijkt aankoeken
  • Hij/Zij/Het kijkt aankoeken
  • Wij kijken aankoeken
  • Jullie kijken aankoeken

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aankoeken with some of the pronouns.

  • Ik keek aankoeken
  • Jij keek aankoeken
  • Hij/Zij/Het keek aankoeken
  • Wij keken aankoeken
  • Jullie keken aankoeken

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aankoeken with some of the pronouns.

  • Ik heb aangekeken
  • Jij hebt aangekeken
  • Hij/Zij/Het heeft aangekeken
  • Wij hebben aangekeken
  • Jullie hebben aangekeken