opvatten

Conjugations List of Opvatten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvat opvatte opheb opgevat
jij, je, uvat opvatte ophebt opgevat
hij, zij, hetvat opvatte opheeft opgevat
wijvatten opvatten ophebben opgevat
jullievatten opvatten ophebben opgevat
zij, zevatten opvatten ophebben opgevat

Presens
Beta

Example presens sentences for Opvatten with some of the pronouns.

  • Ik vat de situatie op als een kans.
  • Jij vat zijn woorden verkeerd op.
  • Hij vat het idee niet goed op.
  • Wij vatten het plan positief op.
  • Zij vatten het nieuws negatief op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opvatten with some of the pronouns.

  • Ik vatte de hints verkeerd op.
  • Jij vatte mijn bedoelingen niet goed op.
  • Hij vatte de situatie anders op dan ik.
  • Wij vatten het advies positief op.
  • Zij vatten de grap verkeerd op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opvatten with some of the pronouns.

  • Ik heb de boodschap verkeerd opgevat.
  • Jij hebt zijn opmerkingen juist opgevat.
  • Hij heeft de signalen niet goed opgevat.
  • Wij hebben de kritiek serieus opgevat.
  • Zij hebben de uitdaging positief opgevat.