ejaculeren

Conjugations List of Ejaculeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikejaculeerejaculeerdeheb geëjaculeerd
jij, je, uejaculeertejaculeerdehebt geëjaculeerd
hij, zij, hetejaculeertejaculeerdeheeft geëjaculeerd
wijejaculerenejaculeerdenhebben geëjaculeerd
jullieejaculerenejaculeerdenhebben geëjaculeerd
zij, zeejaculerenejaculeerdenhebben geëjaculeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ejaculeren with some of the pronouns.

  • Ik ejaculeer regelmatig tijdens seks.
  • Hij ejaculeert snel na de stimulatie.
  • Zij ejaculeren samen met veel plezier.
  • We ejaculeren vaak tijdens het masturberen.
  • Jullie ejaculeren op verschillende momenten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ejaculeren with some of the pronouns.

  • Vroeger ejaculeerde ik sneller dan nu.
  • Hij ejaculeerde meestal binnen enkele minuten.
  • Zij ejaculeerden gelijktijdig en voelden zich verbonden.
  • Vroeger ejaculeerden we regelmatig zonder condooms.
  • Jullie ejaculeerden soms onverwacht en dat zorgde voor verrassingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ejaculeren with some of the pronouns.

  • Ik heb geëjaculeerd tijdens mijn laatste seksuele ontmoeting.
  • Hij is snel geëjaculeerd na de penetratie.
  • Zij hebben samen geëjaculeerd en beleefden een intens orgasme.
  • We hebben vaak geëjaculeerd tijdens onze vakantie in Spanje.
  • Jullie hebben op verschillende momenten geëjaculeerd en genoten van jullie ervaringen.