uitdrukken

Conjugations List of Uitdrukken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdruk uitdrukte uitheb uitgedrukt
jij, je, udrukt uitdrukte uithebt uitgedrukt
hij, zij, hetdrukt uitdrukte uitheeft uitgedrukt
wijdrukken uitdrukten uithebben uitgedrukt
julliedrukken uitdrukten uithebben uitgedrukt
zij, zedrukken uitdrukten uithebben uitgedrukt

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitdrukken with some of the pronouns.

  • Ik druk mijn gevoelens uit in mijn kunst.
  • Hij drukt zijn mening krachtig uit tijdens de vergadering.
  • Zij drukt haar liefde voor muziek uit door te zingen.
  • We drukken onze dankbaarheid uit voor jullie steun.
  • Jullie drukken jezelf goed uit in het Nederlands.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitdrukken with some of the pronouns.

  • Vroeger drukte ik mezelf niet goed uit, maar nu gaat het beter.
  • Hij drukte zijn ongenoegen uit over de situatie.
  • Zij drukten hun bezorgdheid uit over het gebrek aan veiligheid.
  • We drukten onze frustratie uit over de vertraging van de trein.
  • Jullie drukten je teleurstelling uit toen jullie het nieuws hoorden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitdrukken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn ideeën duidelijk uitgedrukt tijdens de presentatie.
  • Hij heeft zijn spijt uitgedrukt over zijn acties.
  • Zij heeft haar waardering uitgedrukt voor de hulp die ze kreeg.
  • We hebben onze tevredenheid uitgedrukt met het behaalde resultaat.
  • Jullie hebben je enthousiasme goed uitgedrukt tijdens het evenement.