ontslaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontsla | ontsloeg | heb ontslagen |
jij, je, u | ontslaat | ontsloeg | hebt ontslagen |
hij, zij, het | ontslaat | ontsloeg | heeft ontslagen |
wij | ontslaan | ontsloegen | hebben ontslagen |
jullie | ontslaan | ontsloegen | hebben ontslagen |
zij, ze | ontslaan | ontsloegen | hebben ontslagen |
Presens
Example presens sentences for Ontslaan with some of the pronouns.
- Het bedrijf ontslaat de werknemers vanwege bezuinigingen.
- Ik ontsla mijn slechte gewoontes en begin een gezonde levensstijl.
- De manager ontslaat de medewerker vanwege herhaaldelijk te laat komen.
- Mijn vriendin en ik besluiten om onze relatie te beëindigen en elkaar te ontslaan.
- De regering ontslaat ambtenaren als onderdeel van een bezuinigingsplan.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Ontslaan with some of the pronouns.
- Vroeger ontsloeg het bedrijf regelmatig werknemers tijdens reorganisaties.
- Toen ik jong was, ontsloeg mijn vader me altijd met een knipoog als ik iets verkeerds deed.
- De oudere generatie herinnert zich nog hoe de fabriek duizenden arbeiders ontsloeg.
- Tijdens de economische crisis werden veel mensen in ons dorp ontslagen.
- In het verleden werden de spelers soms ontslagen vanwege hun gedrag buiten het veld.
Perfectum
Example perfectum sentences for Ontslaan with some of the pronouns.
- Hij heeft zijn werknemer ontslagen vanwege ernstige fouten.
- Ik heb vorige week mijn oude auto ontslagen en een nieuwe gekocht.
- De directeur heeft de afdelingshoofden ontslagen vanwege incompetentie.
- Na het schandaal hebben ze de CEO ontslagen en een nieuwe leider benoemd.
- Onlangs heeft het bedrijf verschillende werknemers ontslagen om kosten te besparen.