beoordelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | beoordeel | beoordeelde | heb beoordeeld |
jij, je, u | beoordeelt | beoordeelde | hebt beoordeeld |
hij, zij, het | beoordeelt | beoordeelde | heeft beoordeeld |
wij | beoordelen | beoordeelden | hebben beoordeeld |
jullie | beoordelen | beoordeelden | hebben beoordeeld |
zij, ze | beoordelen | beoordeelden | hebben beoordeeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Beoordelen with some of the pronouns.
- Ik beoordeel de film als zeer goed.
- Jij beoordeelt de presentatie als onduidelijk.
- Hij beoordeelt het boek als interessant.
- Wij beoordelen de nieuwe medewerker als competent.
- Zij beoordelen de maaltijd als smakeloos.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Beoordelen with some of the pronouns.
- Ik beoordeelde de film als zeer goed.
- Jij beoordeelde de presentatie als onduidelijk.
- Hij beoordeelde het boek als interessant.
- Wij beoordeelden de nieuwe medewerker als competent.
- Zij beoordeelden de maaltijd als smakeloos.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Beoordelen with some of the pronouns.
- Ik heb de film als zeer goed beoordeeld.
- Jij hebt de presentatie als onduidelijk beoordeeld.
- Hij heeft het boek als interessant beoordeeld.
- Wij hebben de nieuwe medewerker als competent beoordeeld.
- Zij hebben de maaltijd als smakeloos beoordeeld.