helen

Conjugations List of Helen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikheelheeldeheb geheeld
jij, je, uheeltheeldehebt geheeld
hij, zij, hetheeltheeldeheeft geheeld
wijhelenheeldenhebben geheeld
julliehelenheeldenhebben geheeld
zij, zehelenheeldenhebben geheeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Helen with some of the pronouns.

  • Ik heel mijn wonden met zorgvuldige behandeling.
  • Jij heelt de pijn van anderen met je warme woorden.
  • Hij/zij heelt de gebroken harten met zijn/haar liefdevolle aanwezigheid.
  • Wij helen de natuur door duurzaam te leven.
  • Jullie helen de samenleving met jullie vrijwilligerswerk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Helen with some of the pronouns.

  • Vroeger heelde ik mijn wonden met traditionele kruiden.
  • Toen heelde jij de pijn van anderen door er altijd voor ze te zijn.
  • Vroeger heelde hij/zij de gebroken harten door romantische gebaren.
  • In het verleden heelde wij de natuur door afval te verminderen.
  • Toen heelde jullie de samenleving door bewustwording te creëren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Helen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn wonden geheeld met behulp van medicatie.
  • Jij hebt de pijn van anderen geheeld door naar hen te luisteren.
  • Hij/zij heeft de gebroken harten geheeld door tijd en begrip te bieden.
  • Wij hebben de natuur geheeld door bossen aan te planten.
  • Jullie hebben de samenleving geheeld door sociale projecten op te zetten.