binnengaan

Conjugations List of Binnengaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikga binnenging binnenben binnengegaan
jij, je, ugaat binnenging binnenbent binnengegaan
hij, zij, hetgaat binnenging binnenis binnengegaan
wijgaan binnengingen binnenzijn binnengegaan
julliegaan binnengingen binnenzijn binnengegaan
zij, zegaan binnengingen binnenzijn binnengegaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Binnengaan with some of the pronouns.

  • Ik ga de winkel binnen.
  • Hij gaat het huis binnen.
  • Zij gaat de kamer binnen.
  • Wij gaan het museum binnen.
  • Jullie gaan de bioscoop binnen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Binnengaan with some of the pronouns.

  • Ik ging de winkel binnen.
  • Hij ging het huis binnen.
  • Zij ging de kamer binnen.
  • Wij gingen het museum binnen.
  • Jullie gingen de bioscoop binnen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Binnengaan with some of the pronouns.

  • Ik ben de winkel binnengegaan.
  • Hij is het huis binnengegaan.
  • Zij is de kamer binnengegaan.
  • Wij zijn het museum binnengegaan.
  • Jullie zijn de bioscoop binnengegaan.