verslinden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verslind | verslond | heb verslonden |
jij, je, u | verslindt | verslond | hebt verslonden |
hij, zij, het | verslindt | verslond | heeft verslonden |
wij | verslinden | verslonden | hebben verslonden |
jullie | verslinden | verslonden | hebben verslonden |
zij, ze | verslinden | verslonden | hebben verslonden |
PresensBeta
Example presens sentences for Verslinden with some of the pronouns.
- Ik verslind een boek per week.
- Mijn hond verslindt zijn voer in één hap.
- Wij verslinden de pizza alsof we al dagen niets gegeten hebben.
- De tijger verslindt zijn prooi zonder genade.
- Zij verslindt alle informatie die ze kan vinden over het onderwerp.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verslinden with some of the pronouns.
- Vroeger verslond ik boeken alsof mijn leven ervan afhing.
- Toen ik klein was, verslond mijn hond zijn voer in een paar seconden.
- Als kind verslonden wij altijd de pizza's op onze verjaardagen.
- De tijger verslond de prooi in slechts enkele minuten.
- In die periode verslond zij elk boek dat ze kon vinden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verslinden with some of the pronouns.
- Ik heb het boek verslonden en ik vond het geweldig.
- Mijn hond heeft zijn voer in recordtijd verslonden.
- Wij hebben de hele pizza verslonden en nu zitten we vol.
- De tijger heeft zijn prooi met kracht verslonden.
- Zij heeft alle beschikbare informatie over het onderwerp verslonden.