bestrijden

Conjugations List of Bestrijden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbestrijdbestreedheb bestreden
jij, je, ubestrijdtbestreedhebt bestreden
hij, zij, hetbestrijdtbestreedheeft bestreden
wijbestrijdenbestredenhebben bestreden
julliebestrijdenbestredenhebben bestreden
zij, zebestrijdenbestredenhebben bestreden

Presens
Beta

Example presens sentences for Bestrijden with some of the pronouns.

  • We bestrijden de plaag van insecten in onze tuin.
  • Jij bestrijdt altijd onkruid in het gazon.
  • De overheid bestrijdt illegale activiteiten met strengere wetten.
  • Ik bestrijd mijn ziekte met medicijnen en een gezonde levensstijl.
  • Zij bestrijden samen de armoede in de stad.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bestrijden with some of the pronouns.

  • Vroeger bestreden we de plaag van insecten in onze tuin.
  • Jij bestreed altijd onkruid in het gazon.
  • De overheid bestreed illegale activiteiten met strengere wetten.
  • Ik bestreed mijn ziekte met medicijnen en een gezonde levensstijl.
  • Zij bestreden samen de armoede in de stad.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bestrijden with some of the pronouns.

  • We hebben de plaag van insecten in onze tuin bestreden.
  • Jij hebt altijd onkruid in het gazon bestreden.
  • De overheid heeft illegale activiteiten bestreden met strengere wetten.
  • Ik heb mijn ziekte bestreden met medicijnen en een gezonde levensstijl.
  • Zij hebben samen de armoede in de stad bestreden.