aanstoppen

Conjugations List of Aanstoppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstop aanstopte aanheb aangestopt
jij, je, ustopt aanstopte aanhebt aangestopt
hij, zij, hetstopt aanstopte aanheeft aangestopt
wijstoppen aanstopten aanhebben aangestopt
julliestoppen aanstopten aanhebben aangestopt
zij, zestoppen aanstopten aanhebben aangestopt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanstoppen with some of the pronouns.

  • Ik stop aan.
  • Jij stopt aan.
  • Hij stopt aan.
  • Zij stopt aan.
  • Wij stoppen aan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanstoppen with some of the pronouns.

  • Ik stopte aan.
  • Jij stopte aan.
  • Hij stopte aan.
  • Zij stopte aan.
  • Wij stopten aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanstoppen with some of the pronouns.

  • Ik heb aangestopt.
  • Jij hebt aangestopt.
  • Hij heeft aangestopt.
  • Zij heeft aangestopt.
  • Wij hebben aangestopt.