verstrekken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verstrek | verstrekte | heb verstrekt |
jij, je, u | verstrekt | verstrekte | hebt verstrekt |
hij, zij, het | verstrekt | verstrekte | heeft verstrekt |
wij | verstrekken | verstrekten | hebben verstrekt |
jullie | verstrekken | verstrekten | hebben verstrekt |
zij, ze | verstrekken | verstrekten | hebben verstrekt |
Presens
Example presens sentences for Verstrekken with some of the pronouns.
- Ik verstrek informatie aan de klanten.
- Jij verstrekt de benodigde documenten.
- Hij/zij/het verstrekt hulp aan de behoeftigen.
- Wij verstrekken financiële steun aan lokale organisaties.
- Zij verstrekken advies over investeringen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Verstrekken with some of the pronouns.
- Vroeger verstrekten we informatie aan de klanten.
- Toen was jij degene die de benodigde documenten verstrekte.
- Hij/zij/het verstrekte altijd hulp aan de behoeftigen.
- In het verleden verstrekte wij financiële steun aan lokale organisaties.
- Zij verstrekten vaak advies over investeringen.
Perfectum
Example perfectum sentences for Verstrekken with some of the pronouns.
- Ik heb informatie verstrekt aan de klanten.
- Jij hebt de benodigde documenten verstrekt.
- Hij/zij/het heeft hulp verstrekt aan de behoeftigen.
- Wij hebben financiële steun verstrekt aan lokale organisaties.
- Zij hebben advies verstrekt over investeringen.