mededelen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | deel mede | deelde mede | heb medegedeeld |
| jij, je, u | deelt mede | deelde mede | hebt medegedeeld |
| hij, zij, het | deelt mede | deelde mede | heeft medegedeeld |
| wij | delen mede | deelden mede | hebben medegedeeld |
| jullie | delen mede | deelden mede | hebben medegedeeld |
| zij, ze | delen mede | deelden mede | hebben medegedeeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Mededelen with some of the pronouns.
- Ik deel mijn beslissing met jullie mee.
- Hij deelt belangrijke informatie mee tijdens de vergadering.
- Wij delen graag onze ervaringen met anderen mee.
- Jullie delen het goede nieuws mee aan de familie.
- Zij delen hun standpunt over het onderwerp mee.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Mededelen with some of the pronouns.
- Ik deelde mijn beslissing met jullie mee.
- Hij deelde belangrijke informatie mee tijdens de vergadering.
- Wij deelden graag onze ervaringen met anderen mee.
- Jullie deelden het goede nieuws aan de familie mee.
- Zij deelden hun standpunt over het onderwerp mee.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Mededelen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn beslissing met jullie meegedeeld.
- Hij heeft belangrijke informatie mee gedeeld tijdens de vergadering.
- Wij hebben graag onze ervaringen met anderen mee gedeeld.
- Jullie hebben het goede nieuws aan de familie mee gedeeld.
- Zij hebben hun standpunt over het onderwerp mee gedeeld.