erkennen

Conjugations List of Erkennen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikerkenerkendeheb erkend
jij, je, uerkenterkendehebt erkend
hij, zij, heterkenterkendeheeft erkend
wijerkennenerkendenhebben erkend
jullieerkennenerkendenhebben erkend
zij, zeerkennenerkendenhebben erkend

Presens
Beta

Example presens sentences for Erkennen with some of the pronouns.

  • Ik erken dat hij gelijk heeft.
  • Wij erkennen de waarde van teamwork.
  • Jullie erkennen mijn inzet niet.
  • Zij erkent haar fouten en leert ervan.
  • De directeur erkent het harde werk van zijn medewerkers.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Erkennen with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, erkende ik mijn fouten niet.
  • Vroeger erkenden ze het belang van duurzaamheid niet.
  • Tijdens de vergadering erkende hij zijn tekortkomingen.
  • In die tijd erkenden we nog niet de impact van technologie.
  • Hij erkende niet dat hij een probleem had.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Erkennen with some of the pronouns.

  • Ik heb zijn bijdrage erkend.
  • Wij hebben haar prestaties erkend.
  • Jullie hebben de problemen erkend.
  • Zij heeft mijn talent erkend.
  • De burgemeester heeft hun verdiensten erkend.