heruitgeven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | geef opnieuw uit | gaf opnieuw uit | heb heruitgegeven |
jij, je, u | geeft opnieuw uit | gaf opnieuw uit | hebt heruitgegeven |
hij, zij, het | geeft opnieuw uit | gaf opnieuw uit | heeft heruitgegeven |
wij | geven opnieuw uit | gaven opnieuw uit | hebben heruitgegeven |
jullie | geven opnieuw uit | gaven opnieuw uit | hebben heruitgegeven |
zij, ze | geven opnieuw uit | gaven opnieuw uit | hebben heruitgegeven |
PresensBeta
Example presens sentences for Heruitgeven with some of the pronouns.
- Ik heruitgeef het boek volgende maand.
- Jij heruitgeeft de cd aan je vrienden.
- Hij/Zij heruitgeeft de krant elke week.
- Wij heruitgeven de film op Blu-ray.
- Zij heruitgeven de roman in een nieuwe editie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Heruitgeven with some of the pronouns.
- Vroeger heruitgaf ik regelmatig boeken.
- Jij heruitgaf de cd vaak aan je vrienden.
- Hij/Zij heruitgaf de krant elke dag.
- Wij heruitgaven films in verschillende formaten.
- Zij heruitgaven de roman meerdere keren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Heruitgeven with some of the pronouns.
- Ik heb het boek heruitgegeven.
- Jij hebt de cd heruitgegeven aan je vrienden.
- Hij/Zij heeft de krant heruitgegeven vorige maand.
- Wij hebben de film heruitgegeven op Blu-ray.
- Zij hebben de roman in een nieuwe editie heruitgegeven.