verhinderen

Conjugations List of Verhinderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverhinderverhinderdeheb verhinderd
jij, je, uverhindertverhinderdehebt verhinderd
hij, zij, hetverhindertverhinderdeheeft verhinderd
wijverhinderenverhinderdenhebben verhinderd
jullieverhinderenverhinderdenhebben verhinderd
zij, zeverhinderenverhinderdenhebben verhinderd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verhinderen with some of the pronouns.

  • Ik verhinder dat hij te laat komt.
  • Jij verhindert haar plannen.
  • Hij verhindert ons om verder te gaan.
  • Wij verhinderen de diefstal.
  • Zij verhinderen de vergadering.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verhinderen with some of the pronouns.

  • Ik verhinderde dat hij te laat kwam.
  • Jij verhinderde haar plannen.
  • Hij verhinderde ons om verder te gaan.
  • Wij verhinderden de diefstal.
  • Zij verhinderden de vergadering.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verhinderen with some of the pronouns.

  • Ik heb voorkomen dat hij te laat kwam.
  • Jij hebt haar plannen tegengehouden.
  • Hij heeft ons verhinderd om verder te gaan.
  • Wij hebben de diefstal verhinderd.
  • Zij hebben de vergadering verhinderd.