souteneren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | souteneer | souteneerde | heb gesouteneerd |
jij, je, u | souteneert | souteneerde | hebt gesouteneerd |
hij, zij, het | souteneert | souteneerde | heeft gesouteneerd |
wij | souteneren | souteneerden | hebben gesouteneerd |
jullie | souteneren | souteneerden | hebben gesouteneerd |
zij, ze | souteneren | souteneerden | hebben gesouteneerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Souteneren with some of the pronouns.
- Ik souteer mijn studenten tijdens de Nederlandse les.
- Jij souteneert je vrienden in hun nieuwe onderneming.
- Hij/zij/het souteneert de lokale gemeenschap met zijn/haar vrijwilligerswerk.
- Wij souteeren onze collega's bij het plannen van evenementen.
- Jullie souteneren de kunstenaars door hun werk te promoten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Souteneren with some of the pronouns.
- Ik souteneerde mijn buurman wanneer hij hulp nodig had.
- Jij souteneerde de studenten tijdens de excursie naar Amsterdam.
- Hij/zij/het souteneerde de vereniging met zijn/haar expertise.
- Wij souteneerden de lokale boeren met de aankoop van streekproducten.
- Jullie souteneerden de organisatie door vrijwilligerswerk te doen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Souteneren with some of the pronouns.
- Ik heb gesouteneerd tijdens de schoolvoorstelling.
- Jij hebt je vriendin gesouteneerd tijdens haar examens.
- Hij/zij/het heeft de organisatie gesouteneerd met een financiƫle bijdrage.
- Wij hebben de campagne gesouteneerd door handtekeningen te verzamelen.
- Jullie hebben de muzikanten gesouteneerd door kaartjes voor het concert te kopen.