symboliseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | symboliseer | symboliseerde | heb gesymboliseerd |
jij, je, u | symboliseert | symboliseerde | hebt gesymboliseerd |
hij, zij, het | symboliseert | symboliseerde | heeft gesymboliseerd |
wij | symboliseren | symboliseerden | hebben gesymboliseerd |
jullie | symboliseren | symboliseerden | hebben gesymboliseerd |
zij, ze | symboliseren | symboliseerden | hebben gesymboliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Symboliseren with some of the pronouns.
- Ik symboliseer de kracht van eenheid.
- Jij symboliseert hoop en vertrouwen.
- Hij symboliseert de schoonheid van de natuur.
- Zij symboliseren de diversiteit van onze samenleving.
- Wij symboliseren vrede en harmonie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Symboliseren with some of the pronouns.
- Vroeger symboliseerde ik mijn gevoelens met schilderijen.
- Toen symboliseerde jij vrijheid door middel van muziek.
- Hij symboliseerde altijd wijsheid en kennis.
- Zij symboliseerden gelijkheid en rechtvaardigheid in hun acties.
- Wij symboliseerden vriendschap en verbondenheid door middel van rituelen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Symboliseren with some of the pronouns.
- Ik heb de boodschap perfect gesymboliseerd.
- Jij hebt de essentie van liefde prachtig gesymboliseerd.
- Hij heeft de moed van het volk treffend gesymboliseerd.
- Zij hebben de overwinning op indrukwekkende wijze gesymboliseerd.
- Wij hebben de successen van ons team uitstekend gesymboliseerd.