inleveren

Conjugations List of Inleveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklever inleverde inheb ingeleverd
jij, je, ulevert inleverde inhebt ingeleverd
hij, zij, hetlevert inleverde inheeft ingeleverd
wijleveren inleverden inhebben ingeleverd
jullieleveren inleverden inhebben ingeleverd
zij, zeleveren inleverden inhebben ingeleverd

Presens
Beta

Example presens sentences for Inleveren with some of the pronouns.

  • Ik lever mijn huiswerk in bij de docent.
  • Jij levert je sleutels in bij de receptie.
  • Hij levert zijn rapport in bij zijn manager.
  • Zij leveren hun bestellingen in bij de klantenservice.
  • Wij leveren onze boeken in bij de bibliotheek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inleveren with some of the pronouns.

  • Ik leverde mijn werk vroeger altijd op tijd in.
  • Jij leverde je spullen gisteren in.
  • Hij leverde zijn presentatie gisteravond in.
  • Zij leverden hun schilderijen vorige maand in.
  • Wij leverden onze voorstellen al eerder in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inleveren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn opdracht ingeleverd.
  • Jij hebt je formulier ingeleverd.
  • Hij heeft zijn project ingeleverd.
  • Zij hebben hun verslagen ingeleverd.
  • Wij hebben onze examens ingeleverd.