aanvaren

Conjugations List of Aanvaren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvaar aanvoer aanheb aangevaren
jij, je, uvaart aanvoer aanhebt aangevaren
hij, zij, hetvaart aanvoer aanheeft aangevaren
wijvaren aanvoeren aanhebben aangevaren
jullievaren aanvoeren aanhebben aangevaren
zij, zevaren aanvoeren aanhebben aangevaren

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanvaren with some of the pronouns.

  • Ik aanvaar de uitnodiging om mee te doen aan het evenement.
  • Jij aanvaart de verantwoordelijkheid voor dit project.
  • Hij of zij aanvaart de baan als manager.
  • Wij aanvaarden de beslissing van de jury.
  • Zij aanvaarden de gevolgen van hun acties.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanvaren with some of the pronouns.

  • Ik aanvaardde de uitnodiging om mee te doen aan het evenement.
  • Jij aanvaardde de verantwoordelijkheid voor dit project.
  • Hij of zij aanvaardde de baan als manager.
  • Wij aanvaardden de beslissing van de jury.
  • Zij aanvaardden de gevolgen van hun acties.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanvaren with some of the pronouns.

  • Ik heb de uitnodiging aanvaard om mee te doen aan het evenement.
  • Jij hebt de verantwoordelijkheid aanvaard voor dit project.
  • Hij of zij heeft de baan als manager aanvaard.
  • Wij hebben de beslissing van de jury aanvaard.
  • Zij hebben de gevolgen van hun acties aanvaard.