uitketteren

Conjugations List of Uitketteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikketter uitketterde uitheb uitgeketterd
jij, je, ukettert uitketterde uithebt uitgeketterd
hij, zij, hetkettert uitketterde uitheeft uitgeketterd
wijketteren uitketterden uithebben uitgeketterd
jullieketteren uitketterden uithebben uitgeketterd
zij, zeketteren uitketterden uithebben uitgeketterd

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitketteren with some of the pronouns.

  • Ik ketter uit over de slechte service in dit restaurant.
  • Jij kettert uit tegen je collega's tijdens de vergadering.
  • Hij/Zij kettert uit over het gebrek aan respect in de samenleving.
  • Wij ketteren uit over de hoge prijzen van de huizenmarkt.
  • Zij ketteren uit over de vervuiling van het milieu.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitketteren with some of the pronouns.

  • Ik ketterde uit toen ik hoorde van het ongeluk.
  • Jij ketterde uit over de slechte organisatie van het evenement.
  • Hij/Zij ketterde uit tegen zijn/haar baas tijdens de vergadering.
  • Wij ketterden uit over de lange wachttijden bij de klantenservice.
  • Zij ketterden uit over de discriminatie op de werkvloer.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitketteren with some of the pronouns.

  • Ik heb uitgeketterd over de onrechtvaardigheid in de maatschappij.
  • Jij hebt uitgeketterd tegen de politieke corruptie.
  • Hij/Zij heeft uitgeketterd over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.
  • Wij hebben uitgeketterd over de verwaarlozing van het onderwijs.
  • Zij hebben uitgeketterd over de wapenhandel in de wereld.