uitzuigen

Conjugations List of Uitzuigen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzuig uitzoog uitheb uitgezogen
jij, je, uzuigt uitzoog uithebt uitgezogen
hij, zij, hetzuigt uitzoog uitheeft uitgezogen
wijzuigen uitzogen uithebben uitgezogen
julliezuigen uitzogen uithebben uitgezogen
zij, zezuigen uitzogen uithebben uitgezogen

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitzuigen with some of the pronouns.

  • Ik zuig de stof uit het tapijt.
  • Jij zuigt energie uit anderen.
  • Hij/Zij/Het zuigt alle aandacht naar zich toe.
  • Wij zuigen informatie uit boeken.
  • Jullie zuigen de lucht uit de ballon.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitzuigen with some of the pronouns.

  • Ik zoog de stof uit het tapijt.
  • Jij zoog energie uit anderen.
  • Hij/Zij/Het zoog alle aandacht naar zich toe.
  • Wij zogen informatie uit boeken.
  • Jullie zogen de lucht uit de ballon.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitzuigen with some of the pronouns.

  • Ik heb de stof uit het tapijt gezogen.
  • Jij hebt energie uit anderen gezogen.
  • Hij/Zij/Het heeft alle aandacht naar zich toegezogen.
  • Wij hebben informatie uit boeken gezogen.
  • Jullie hebben de lucht uit de ballon gezogen.